De onbetwiste nummer 1 als het gaat om casinospellen is natuurlijk blackjack! Blackjack wordt over de hele wereld met veel plezier gespeeld. Tijdens een ronde van dit kaartspel is de spanning altijd om te snijden. Win jij, of wint de dealer? Om een goede blackjack speler te worden moet je natuurlijk een feilloze tactiek gebruiken! Daarnaast is het belangrijk dat je alle blackjack termen goed begrijpt. Zo weet je waar er aan tafel over gesproken wordt. Om je hierbij te helpen hebben we een online blackjack woordenboek voor je gemaakt. Hierin staan alle belangrijke termen die jij moet weten om de beste speler te worden!
Cijfers en getallen
21:
De meeste punten die je kunt halen in blackjack zonder bust te gaan. Je krijgt 21 met 2 kaarten of meer die gezamenlijk 21 punten waard zijn. De boer, vrouw en heer zijn 10 punten waard. 2-10 is evenveel waard als het getal op de kaart en een aas of 11 of 1 punt waard. De aas is altijd de waarde die de speler het beste uitkomt.
A
Alembert systeem:
Een inzet strategie die door blackjack spelers vaak wordt toegepast. Bij gebruik van het Alembert systeem zet je meer in na winst en minder na verlies.
Anchor:
Met de anchor (anker) wordt de stoel bedoeld die rechts van de dealer zit.
B
Back counting:
We spreken van back counting als omstanders van het blackjack spel meekijken en kaarten tellen. Back counters willen vaak pas meedoen met het spel als ze een gunstige situatie voor zichzelf zien waarin ze een grote kans maken om te winnen.
Banker:
De banker of bankier is degene die alle inzetten verzamelt tijdens de inzetronde. De banker is ook degene die iedereen na een ronde blackjack uitbetaalt.
Bankroll:
Een bankroll is een van tevoren bepaald speelbedrag. Het is slim om van tevoren te weten hoeveel geld je bereid bent in te zetten. Zet nooit meer geld op je bankroll dan je bereid bent te verliezen. Onthoud: een goed voorbereide speler is de beste speler!
Blackjack:
De allerbeste hand die je kunt krijgen. Deze bestaat uit een aas en een willekeurige face card.
Bottom deal:
Een techniek waarmee de dealer vals kan spelen. Hij begint op een bepaald moment kaarten van onderop de stapel te delen in plaats van bovenop de stapel. Hierdoor kan hij gemakkelijk kaarten op voor hem gunstige plekken steken. Hiermee wordt de verloop en eerlijkheid van het spel sterk beïnvloed. Bij bekende casino’s zal dit niet snel gebeuren. Speel je met een onbekende groep mensen voor een hoop geld? Houd de dealer en de andere spelers dan goed in de gaten.
Bust/break:
We spreken van een bust of break als de dealer óf de speler meer dan 21 punten heeft. Als je bust dan verlies je per direct de ronde. Een goede blackjack speler zal er dan ook voor zorgen dat hij niet snel bust!
C
Cold deck:
Als de speler meerdere keren achter elkaar verliest van de dealer wordt er gesproken van een cold deck. In een cold deck kom je voornamelijk lage kaarten tegen waarmee het moeilijk is om richting de 21 punten te gaan.
Counting cards:
Kaarten tellen is één van de meest beruchte manieren om vals te spelen in een casino. Vroeger werd er voor blackjack maar 1 deck kaarten gebruikt. Toen bleek dat mensen de kaarten konden tellen, en daarmee voordeel konden halen op de bank, werden dit meerdere kaarten decks.
Kaarten tellen doe je door bij te houden welke kaarten er al gedeeld zijn, en dus een lagere kans hebben om terug te keren. Hierdoor kun je tactische overwegingen maken met betrekking tot je strategie tijdens de ronde. Omdat er tegenwoordig met meerdere decks wordt gespeeld, heeft kaarten tellen minder invloed dan vroeger. Toch is het nog steeds een bruikbare strategie waarmee je een voordeel kunt behalen.
Het is doorgaans niet toegestaan om kaarten te tellen. Als het casino je ervan verdenkt kan dat leiden tot een uitzetting of ban.
Croupier:
Croupier is een chique woord voor casinomedewerker. De croupier aan een blackjacktafel wordt meestal de dealer genoemd.
Cut:
De zogenaamde card cut is een manier van schudden waarbij je meerdere delen van het deck nogmaals door elkaar husselt.
D
Dealer:
De dealer is de croupier die werkt aan de blackjack tafel. Hij schudt en deelt de kaarten en is de tegenstander van alle spelers aan de tafel.
Discard pile:
Op de discard pile komen alle kaarten te liggen die niet meer meedoen aan het spel.
Double deck:
Hiermee wordt het gebruik van 2 kaartendecks bedoeld. Als je blackjack speelt met een double deck speel je dus met 104 kaarten met 2 exemplaren van elke kaart.
Double down:
Double down is één van de bekendste inzetmogelijkheden van blackjack. Als je double down gaat verdubbel je je inzet. Als je kiest voor double down dan krijg je nog maar 1 kaart van de dealer.
Double exposure:
Dit is een blackjack variant waarin beide kaarten van de dealer open liggen. Hierdoor is het voor de speler makkelijker om te raden wat de dealer voor hand gaat krijgen. Deze variant betaalt minder uit dan de klassieke variant.
Draw:
Draw betekent het vragen om een nieuwe kaart. Hiervoor wordt meestal de term hit gebruikt.
E
Even money:
Als jij blackjack hebt en de dealer een zichtbare aas heeft, dan kun je kiezen voor even money. Als je hiervoor kiest krijg je je inzet terug. Statistisch gezien is dit een slechte keuze en daardoor niet aan te raden.
F
Face cards:
Het Engelse woord voor wat wij de ‘plaatjes’ noemen in een kaartendeck. Dit omvat de boer, koningin, koning en natuurlijk de aas. Face cards zijn in de meeste kaartspellen de waardevolste kaarten.
Flat bet:
Er wordt gesproken van een flat bet als een speler elke ronde dezelfde hoeveelheid geld inzet.
H
Hard hand:
De aas is de enige kaart die meerdere waardes kan hebben. Namelijk 1 of 11 punten. Als de aas 1 punt waard is wordt er gesproken van een hard hand.
High roller:
We hebben het over een high roller als iemand naar het casino gaat om een veel geld uit te geven. High rollers brengen veel tijd aan de casinotafels door en spelen vaak voor extreem hoge bedragen.
Hit:
Als je een nieuwe kaart van de dealer wilt zeg je ‘Hit’. Het is alleen slim om te hitten als de kans klein is dat je bust, en dus over de 21 punten gaat. Een goede hit brengt je zo dicht mogelijk bij de 21 punten.
House edge:
House edge is de Engelse benaming voor het huisvoordeel. Ieder casinospel heeft wel een house edge. Een groot voordeel aan blackjack is dat dit het casinospel is met het allerlaagste huisvoordeel. Als de correcte blackjack strategie gevolgd wordt is het huisvoordeel verwaarloosbaar en minder dan 0,5%.
Hole card:
De hole card is de tweede kaart van de dealer. De hole card ligt gesloten op tafel. De up card is de eerste kaart die de dealer krijgt. Deze ligt wel open op tafel en kan dus gezien worden door de speler.
Hot deck:
Het tegenovergestelde van een cold deck. Je krijgt nu goede handen en als gevolg daarvan win je vaak.
I
Insurance:
Als de dealer een aas als eerste kaart krijgt, dan kun je kiezen om je inzet te verzekeren door middel van insurance. Je moet dan de helft van je inzet betalen. Als de dealer blackjack krijgt, dan krijg je je inleg terug. Insurance is normaal gesproken geen goed idee voor de spele en wordt dan ook afgeraden.
L
Last base:
Last base is een positie aan de speeltafel. De speler die op de last base zit ontvangt als laatste zijn kaarten. Dit is de speler die aan de meest linkerkant van de dealer zit. Last base is een goede plek voor spelers die kaarten tellen omdat ze als laatste aan de beurt zijn.
M
Martingale systeem:
Het Martingale systeem is een inzetstrategie waarin je je inzet bij verlies altijd verdubbelt. Op die manier is het erg aannemelijk dat je je verloren inzetten terug zult winnen. Niet te verwarren met het Alembert systeem.
O
Online blackjack wordt tegenwoordig steeds meer gespeeld in een online casino’s. Er zijn zelfs live varianten van het kaartspel te vinden. Op deze manier kun je via een videoverbinding tegen een echte dealer spelen!
P
Pat hand:
Een pat hand is een hand die minstens 17 punten waard is.
Perfect pair:
Een perfect pair omschrijft een hand met 2 precies dezelfde kaarten. Een voorbeeld van een perfect pair zou bijvoorbeeld 2 ruiten 7’s kunnen zijn. Omdat blackjack met meerdere kaarten decks gespeeld wordt, is dit één van de enige spellen waar je een perfect pair in je handen kunt krijgen.
Push:
Push is een ander woord voor gelijkspel. Dit betekent dat jij en de bank precies evenveel punten hebben. Bij een push zijn er geen winnaars of verliezers. Je krijgt je inzet dan ook terug.
R
Random number generator:
Een random number generator is software die in online casino’s regelmatig gebruikt wordt. Deze software zorgt ervoor dat de uitkomst van de kansspelen altijd willekeurig is.
Resplit:
Als je hebt gekozen voor een split en je krijgt kaarten met dezelfde waarden terug, dan mag je opnieuw splitsen. Dit wordt een resplit genoemd.
S
Shoe:
Shoe is het Engelse woord voor schoen. Hierin worden alle kaarten bewaard.
Soft hand:
Het tegenovergestelde van een hard hand. Als je een soft hand hebt, heb je een aas in je handen die 11 punten waard is.
Splitsen:
Als je 2 kaarten van de dealer krijgt die dezelfde waarden hebben kun je kiezen om deze kaarten te splitsen. Met een gesplitste hand kun je meerdere combinaties maken.
Stand/Stay:
Dit betekent dat je geen kaarten meer wilt van de dealer en is dus het tegenovergestelde van hit. Je kiest voor stand als je dichtbij de 21 punten zit.
Surrender:
Als je denkt dat de ronde een verloren zaak begint te worden omdat je slechte kaarten hebt? Of omdat de bank juist hele goede kaarten heeft? Je kunt dan kiezen voor surrender. Je geeft de ronde dan vroegtijdig op. Je ontvangt de helft van je inzet terug.
U
Up card:
Dit is de eerste kaart die aan de dealer gegeven wordt. Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij open op tafel ligt. Alle spelers kunnen de eerste kaart van de dealer dus zien. Hiermee kunnen ze hun strategie voor die ronde bepalen.
W
Wager:
Het Engelse woord voor weddenschap. Met de wager van een potje blackjack wordt vaak de inzet bedoeld. Veel blackjack tafels hebben een minimum wager. Dit betekent dat er een minimum bedrag is dat je moet inzetten voordat je mee mag spelen.
